De werkgever erkent de risico's aan de hand van het STOP-principe al vooraf en elimineert of minimaliseert de gevaren met behulp van de juiste veiligheidsoplossing. De medewerkers maken tenslotte gebruik van de maatregelen volgens het STOP-principe. Het STOP-principe wordt soms ook aangeduid als STOP-volgorde, STOP-rang of STOP-hiërarchie.
Het is hierbij van belang dat de medewerkers het concept begrijpen en kunnen toepassen. Alleen op die manier kunnen ongevallen op de werkplek met mogelijk ernstige gevolgen worden voorkomen. Het STOP-principe wordt vooral bij een hoog gevaar voor vallen uitgebreid met "G" voor gedragsmaatregelen en wordt dan tot STOPG-principe.
Wat betekent STOP bij het STOP-principe?
De letters staan voor:
- Substitutie
- Technische veiligheidsmaatregelen
- Organisatorische veiligheidsmaatregelen
- Persoonsgerelateerde veiligheidsmaatregelen
Uitbreiding bij verhoogd valgevaar:
- Gedragsgerelateerde veiligheidsmaatregelen
De "S" staat voor SUBSTITUTIE, d.w.z. het elimineren van het gevaar. Voor onderhouds- en reparatiewerkzaamheden aan gevels, fotovoltaïsche installaties op daken of bijvoorbeeld aan stuwdammen moet een geschikte en gecertificeerde valbeveiliging worden gerealiseerd. Alleen op die manier kunnen ernstige ongevallen worden voorkomen.
Wanneer eliminatie van het gevaar niet mogelijk is, moet het TOP-principe worden toegepast. Deze richtlijn bestaat uit TECHNISCHE, ORGANISATORISCHE en PERSOONSGERELATEERDE veiligheidsmaatregelen. Bovendien moeten alle betrokken persoenen op de hoogte zijn van alle veiligheidsrelevante aspecten van hun werkplek en hiervoor op de juiste manier worden geschoold.
Het STOP-principe in detail
In een groot aantal landen is het STOP-principe ook wettelijk vastgelegd en moet het verplicht worden uitgevoerd (bv. in Oostenrijk in § 7 van de werknemerswetgeving). Het ministerie voor arbeid, sociale zaken en consumentenbelangen / arbeidsinspectie heeft een eigen publicatie uitgebracht waarin de "Principes ter voorkoming van gevaren" exact zijn beschreven. Hieronder de belangrijkere punten:
Substituties
Een zogenaamde substitutie, d.w.z. het vervangen van een gevarenbron, kan bijvoorbeeld zijn, het inzetten van neutrale reinigingsmiddelen in plaats van de traditionele bijtende of giftige tegenhangers.
Technische veiligheidsmaatregelen
Wanneer substituties niet mogelijk zijn, moeten technische veiligheidsmaatregelen worden gedefinieerd. Hierbij staat de overweging centraal hoe de medewerkers uit de directe omgeving van de gevarenbron kunnen worden gehouden of het risico geminimaliseerd kan worden – bijvoorbeeld door het aanbrengen van veiligheidsrelingen aan dakranden waardoor de toegang tot deze gevarenzone en daarmee vallen wordt voorkomen.
Organisatorische veiligheidsmaatregelen
Wanneer technische maatregelen ter voorkoming van ongevallen niet uitvoerbaar zijn, kunnen eventuele organisatorische maatregelen worden genomen om het gevaar voor de betrokken medewerkers zo goed mogelijk te kunnen minimaliseren. Dit is bijvoorbeeld mogelijk door het scheiden van voetpaden en rijwegen voor bv. heftrucks of door een beperking van het aantal personen in een bepaalde omgeving. Ook de bepaling dat uitsluitend vakkundig geschoolde medewerkers deze omgevingen mogen betreden valt in de categorie organisatorische maatregelen. Wanneer deze om welke reden dan ook niet gerealiseerd kunnen worden, moeten persoonsgerelateerde veiligheidsmaatregelen worden vastgelegd.
Personenbezogene Schutzmaßnahmen
Hierbij kan het bijvoorbeeld gaan om persoonlijke veiligheidsuitrustingen (PVU tegen vallen). Persoonsgerelateerde oplossingen kunnen echter ook aanvullend naast de technische en organisatorische maatregelen worden genomen. Hierbij behoort naast de PVU tegen vallen ook het dragen van een helm of de correcte omgang met de bestaande gevaarlijke situatie.
Een val voorkomen door aanvullende maatregelen - "G" als in gedragsgerelateerd
Aan gevels, op daken of in industriële omgevingen met grote machines en installaties vormt met name het gevaar voor vallen de grootste uitdaging. In dergelijke gevallen is de uitbreiding van het STOP-principe met de "G" als in GEDRAGSGERELATEERDE maatregelen absoluut zinvol en belangrijk!
Het gaat hierbij in eerste instantie om een passende instructie aan alle medewerkers over alle veiligheidsrelevante aspecten. Het doel hiervan is, dat de medewerkers vóór aanvang van de werkzaamheden niet alleen in staat zijn om de gevaren correct in te schatten maar ook alle veiligheidsmaatregelen en veiligheidsoplossingen op de juiste manier kunnen toepassen.
Hiervoor zijn tevens regelmatige bijscholingen resp. herhalingscursussen nodig. Bij deze scholingen gaat het er voornamelijk om, de medewerkers te instrueren over het bij de situatie passende gedrag op hun werkplek. De technische know-how zal in elk geval al aanwezig zijn. Daarnaast moeten de medewerkers in detail vertrouwd zijn met de resp. valbeveiliging en de PVU tegen vallen om deze in voorkomend geval te kunnen bedienen en zich altijd op de juiste manier te verankeren.
Alleen op deze manier kan een val met ernstige gevolgen voor de gezondheid van de betrokkenen en eventuele juridische consequenties voor de werkgever effectief worden voorkomen. Want de beste beveiliging is zinloos wanneer deze in de praktijk niet of niet correct wordt gebruikt.